Voor het recht van het kind op omgang met beide (groot)ouders
Kinderen hebben contact met hun beide ouders nodig. In dit manifest zetten we in 8 punten uiteen waarom dit een existentieel recht is en hoe dit kan worden bereikt.
1. Scheiden is nooit goed voor een kind
Een kind groeit het liefst op bij twee liefhebbende ouders die een goede onderlinge relatie hebben. Ouders hebben de verantwoordelijkheid om hun uiterste best te doen om die basis aan hun kind te bieden. Het kind is niet verantwoordelijk voor het wel en wee van de ouders noch van hun relatie. Op het moment dat ouders scheiden is dit vreselijk voor een kind en raakt hij/zij beschadigd. Als een scheiding onvermijdelijk is, dan heeft een kind er nog steeds recht op de geborgenheid te ervaren die hij/zij nodig heeft. Het is de plicht van de ouders om deze zeker te stellen. Daarbij hoort dat kinderen nooit voor de vraag gesteld mag worden te kiezen voor de ene of andere ouder. Dat voelt onveilig.
2. Laat kinderen van gescheiden ouders ook gewoon kind zijn
Sommige ouders in een scheiding verlangen van een kind de rol als bondgenoot. Dat vinden wij ontoelaatbaar en zeker geen blijk van onvoorwaardelijke liefde. Kinderen mogen nooit worden gebruikt als vriend(in), stormram of breekijzer. Zij hoeven niet de rol op zich te nemen die een gekwetste of boze (groot)ouder van hen verlangt. Kinderen hebben het recht om onvoorwaardelijk van hun moeder, vader, opa’s en oma’s te mogen houden, en hun liefde ook aan hen te mogen tonen.
3. Vaders en moeders zijn allebei even belangrijk voor hun kind(eren)
Mannen en vrouwen hebben gelijke rechten in Nederland. In de praktijk blijkt de vader vaak een andere en zwakkere positie dan de moeder te hebben. Dat leidt ertoe dat bij zogenaamde vechtscheidingen vaak vaders (tijdelijk) het contact met hun kind(eren) wordt ontnomen. Zij hebben het nakijken. Dat is een ongelijkheid die niet mag blijven bestaan. Vaders en moeders kunnen elkaar niet vervangen. Ze hebben een meerwaarde ten opzichte van elkaar. Elk kind heeft de behoefte om liefde te ervaren van beide ouders en grootouders. Deze hebben ook de plicht om zeker te stellen dat een kind dit te allen tijde kan. Geen enkele (groot)ouder mag dit ooit in de weg staan en het kind de mogelijkheid te ontnemen de andere (groot)ouder te zien of te spreken.
4. Geen enkel kind mag zijn ouders verliezen door een scheiding
De grootste angst van een kind is om zijn/haar vader of moeder te verliezen. Geen enkel kind mag daaraan als gevolg van scheiding worden blootgesteld. Hoe graag een gescheiden ouder zijn of haar ex-partner ook nooit meer wil zien, voor de kinderen mag het contact niet verbroken worden. Het is in het belang van de kinderen dat de ouders een goede ouderrelatie met elkaar opbouwen en onderhouden. Hierdoor zijn belangrijke gebeurtenissen niet beladen en kunnen kinderen van beide (groot)ouders genieten, zonder welk schuldgevoel dan ook. Ouders moeten hiertoe het initiatief nemen en het goede voorbeeld tonen en zich nooit verschuilen achter de kinderen zelf. Daarbij hoort ook dat ouders zelf actief contact met hun kinderen onderhouden. Een (groot)ouder die het contact met zijn/haar kind(eren) na een scheiding laat versloffen moet zich diep schamen en zichzelf afvragen of hij/zij wel een goede (groot)ouder is en er alles aan doen om dit contact weer te herstellen.
5. Ieder kind heeft recht op liefde van beide (groot)ouders
Elke volwassene heeft de plicht een kind in staat te stellen de liefde te ontvangen van zijn (groot)ouders die zij onvoorwaardelijk willen schenken. Kinderen mogen door een scheiding nooit van deze liefde verstoken blijven. (Groot)Ouders moeten elkaar alle ruimte geven om die liefde actief te kunnen uiten, en eigen verlangens of onzekerheden geen hindernis laten zijn.
6. Vertel nooit slechte dingen over de andere (groot)ouder
Kinderen vragen nooit uit zichzelf om iets negatiefs over de andere (groot)ouder te horen. Zij willen niet dat hun afkomst wordt beschadigd. En dat gebeurt als er negatief over de andere (groot)ouder wordt gesproken. Als er leugens en onwaarheden worden verspreid. Of als de waarheid wordt weggehouden of vertekend. Kinderen hebben recht op een eerlijke houding van hun (groot)ouders.
7. Ouders betrekken hun kinderen niet bij hun problemen
Conflicten blijven bij ouders en komen niet bij de kinderen terecht. Ouders praten niet slecht over elkaar en betrekken de kinderen niet bij hun problemen. Zij spannen zich in om aan hun kinderen te laten zien hoe je een ruzie of conflict oplost, ook in een gescheiden situatie. Zodat kinderen vertrouwen kunnen krijgen in een goede afloop van conflicten en het goede voorbeeld krijgen.
8. De overheid heeft de plicht er voor te zorgen dat haar systeem van rechtspraak en hulpverlening nooit tussen ouders en kinderen komt in te staan
Het is de taak en plicht van rechtbanken en hulpinstanties voorwaarden te scheppen waardoor gelijkwaardig ouderschap de norm wordt. Daartoe stelt zij wetten en regels op die ervoor zorgen dat kinderen niet gedwongen worden te kiezen voor een van beide ouders. Maar juist worden geholpen als de relatie met beide ouders onder druk komt te staan. Waar gelijkwaardig ouderschap in gevaar komt, moet de overheid al haar middelen en mogelijkheden inzetten om er voor te zorgen dat contact tussen kind en (groot)ouder in stand blijft. Nooit mag zij hordes opwerpen of zich verschuilen achter procedures en dogma’s. Niet voor niks staat in het ook door ons land ondertekende internationaal verdrag inzake rechten van het kind:
– “De overheid neemt alle nodige maatregelen om de rechten van kinderen te realiseren. Een kind heeft recht om bij de ouders te leven en op omgang met beide ouders als het kind van een of beide ouders gescheiden is, tenzij dit niet in zijn of haar belang is.”
– “De overheid moet de rechten, plichten en verantwoordelijkheden van ouders en voogden respecteren. In procedures hierover moet naar de mening van kinderen en ouders worden geluisterd. Beide ouders zijn verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. Het belang van het kind staat hierbij voorop.”